Zoutwinning op de es
door Ieke Vierdag
Ongeveer 240 miljoen jaar geleden heerste in onze contreien een woestijnklimaat. Het water in de hier gelegen binnenzee verdampte en er bleef een zoutlaag achter. Die zoutlaag werd op den duur bedekt met een dikke laag ander gesteente. Tientallen miljoenen jaren later herhaalde dit proces zich nogmaals, waardoor er een tweede zoutlaag bij kwam boven de eerste. De eerste zoutlaag ligt op ongeveer 1000-1500 meter diepte, de tweede laag op ongeveer 400 meter diepte. Het zout dat nu gewonnen wordt, komt uit deze tweede laag en wordt Rötzout genoemd naar de verdampte Rötzee.
Het eerste zout in Twente werd gevonden in 1887 op het landgoed Twickel, toen baron van Heeckeren een drinkwaterput wilde slaan en bij toeval zout water ontdekte onder de wildbaan bij zijn kasteel. Tot dan toe werd al het zout in Nederland nog geïmporteerd uit het buitenland. In 1909 werd ook zout gevonden in Winterwijk en in Buurse, maar de Nederlandse zoutwinning kwam pas op gang toen tijdens de Eerste Wereldoorlog de import moeilijk werd. De Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie startte met zoutwinning en verwerking in 1919 in Boekelo en was in 1950 de grootste zoutproducent in Europa. Voor wie hier nog meer over wil weten is een bezoekje aan het Zoutmuseum in Delden interessant. (https://zoutmuseum.nl/)
In 1933 werd de zoutwinning van Boekelo naar Hengelo verplaatst, na de aanleg van het Twentekanaal. Meer recent zijn er boringen gedaan bij Beckum en ook op de Usseler Es. Zoutwinningsbedrijf Nobian bestudeert momenteel de mogelijkheden van een nieuw zoutwinningsgebied bij Haaksbergen. (https://www.nobian.com/nl/zoutwinning/twente)
Vanwege de boringen op de Usseler Es staan er zouthuisjes op ons land. Zo’n zouthuisje dekt de plek af waar een gat geboord is tot in de zoutlaag. In zo’n boorgat zit een stalen buis met daarin een tweede buis. In de buitenste buis wordt lauw water naar beneden gepompt. Het zout lost op tot pekel, zoekt een uitweg en stijgt door de binnenste buis omhoog. De pekel gaat via leidingen naar de fabriek, waar het water en het zout worden gescheiden door verdamping.
De laatste jaren heeft Nobian oude zoutwinningsgebieden rond Enschede en elders verlaten en sommige zouthuisjes zijn overbodig geworden. Op onze es staan echter nog wel een aantal werkende huisjes. Maar ernaast staan nu ook 3 lege zouthuisjes, die we van Nobian kregen en die we gaan gebruiken als opslagruimte.
De zoutholtes of cavernes, die bij de zoutwinning ontstaan, zijn zo groot als een voetbalveld. Inmiddels zijn er ongeveer 250 cavernes in Twente, waarvan er zo’n 60 in gebruik zijn. Dat bracht (en brengt) ook enige risico’s mee, zoals vervuiling door lekkages en bodemdaling. Nobian gebruikt een deel van de lege cavernes in Twente voor opslag van dieselolie. (https:// www.sodm.nl/sectoren/zoutwinning/zoutwinning-in-twente)
Momenteel wordt ook gekeken naar andere bestemmingen voor de cavernes, zoals opslag van duurzame wind- en zonne-energie. Maar ook van aardgas en stikstof.
Maar naast risico’s zijn er voor ons misschien ook voordelen aan de zoutwinning op de es. Omdat er door de buizen warm water stroomt, wordt de grond erboven enigszins verwarmd, dus wie weet gaan we daar ooit meloenen telen (of ananassen…..)