Oogsten en uitgeven: zo doen we dat

Liesbeth en Willy staan aan kop van de oogst- en uitgifteploeg. We gingen bij ze langs voor een leuk gesprek.


Liesbeth: de oogstploeg haalt de oogst binnen, punt. Maar zo simpel is het vast niet. Wat ben jij wijzer geworden de afgelopen twee jaar?  

“Ik ging bij de oogstploeg omdat ik alleen op zaterdag kon helpen. Ik had geen idee wat nodig is om 500 man van biologische groenten te voorzien: zaaien, planten, bewateren, met doeken beschermen tegen de beestjes, onkruidvrij houden, oogsten, kratten naar/van het land. Van Isabel en Idse heb ik veel geleerd, en nu van Robert: wanneer is iets volgroeid, hoe houd je de plant vast, wat groeit opnieuw aan.”

Hoe zit dat voor jou Willy?

“Ik dacht dat de uitgifte een relaxed baantje was, maar dat bleek anders. We startten met een gedreven team dat de oogst zo eerlijk mogelijk wil verdelen. Maar hoe doe je dat als er niet van alles 500 zijn en het ene klein en het andere groot? In het begin gaf dat veel stress; vooral het berekenen van de verdeling. Isabel hielp ons goed op weg met haar ervaring bij andere Herenboerderijen. Sommige groenten verdelen we naar omvang (kleine sla voor 1-monders, middelgrote voor 2-monders, etc), andere wegen we af. Gaandeweg introduceerden we een rekenteam, en een keuze- en weggeef-/ruiltafel. We houden hele lijsten bij welke groenten en hoeveel naar de 1, 2, 3 ,4 en 5 monders is gegaan. Per week kunnen we het namelijk niet altijd eerlijk verdelen, maar aan het einde van het seizoen willen we het opgeteld voor iedereen gelijk en eerlijk laten zijn. Dat is ons streven.”

Jullie teams werken best intensief samen.

“Dat klopt, aanvankelijk was ieder vooral bezig met de eigen taken en minder oog voor elkaar. Als de oogst zaterdagochtend te laat binnenkwam, was het stress bij de uitgifteploeg. Een gezellige avond samen bracht meer onderling begrip en goede ideeën. Hoe kunnen we elkaar helpen? Als de oogst nu laat is, helpen de oogsters bij de opstart, in kratten doen, samen spoelen, soms al op het land tellen en telefonisch doorgeven. Sinds kort bereiden we samen óók voor wat er geoogst wordt: Liesbeth kijkt door de bril van de boer, Willy door de bril van de leden en Robert geeft er een klap op.”

Wij verdubbelden dit jaar de bebouwde grond. Wat betekende dat voor de oogstploeg?  

“We hadden veel meer oogsturen nodig. We vergrootten de vrijdagploeg van 8 naar 10 personen, en de zaterdagploeg ook. Ook verlengden we de ‘diensten’ qua uren. Op de zaterdagochtend starten wij al om half 8. Door ervaring zijn wij bovendien sneller en handiger geworden, dat helpt ook!”

In de zomer was de oogst overvloedig en soms teveel ineens. Sommigen vonden de prei en venkel op enig moment wel genoeg.

Liesbeth: “Dat klopt. Daar kan je als oogstploeg maar beperkt op sturen: als de groente ‘klaar’ is, moet het van het land af. Uitgangspunt is het teeltplan (mede door de leden bepaald), maar ook het weer, de onkruiddruk, ‘predatoren’ (duiven aten de romanesco op, kraaien, hazen, de coloradokever) en schimmels  (phytophthora en moederkoren). Dit jaar hadden we heel groeizaam weer, maar volgend jaar kan dat weer anders zijn. We proberen precies zoveel te telen als goed is voor 500 monden. Maar dat is best lastig. Ieder jaar doen we meer ervaring op, maar de afhankelijkheid van de natuur blijft.”

Wat betekende de grote oogst voor het uitgifteteam?

Willy: “Het was fantastisch om volle tassen groenten te mogen uitdelen, maar ook wij hadden meer mensen nodig. Fantastisch hoe groot de bereidheid was om steeds weer te helpen. Wij krijgen gelukkig ook vaker hulp van jeugdige leden; die vinden de uitgifte hartstikke leuk en zijn wat atletischer om in de kisten te klauteren.”  

Toch hoor je soms leden mopperen waarom zij die week bv geen boontjes of sla kregen.

Willy: “Ja, dat is vervelend, maar soms is er gewoon niet genoeg van iets voor iedereen. We proberen iedereen wekelijks een mooi pakketje mee te geven waarmee goed te koken is. Maar zoals ik uitlegde, het eerlijk verdelen lukt niet altijd per week, maar aan het einde van het seizoen moet de verdeling ‘opgeteld’ voor iedereen ongeveer kloppen. Als leden hierover vragen of suggesties hebben, mogen ze mij altijd benaderen.” 

Liesbeth: soms zitten er bij de uitgifte hele kleine kropjes sla (of broccoli, of venkel). Waarom laten jullie die niet langer doorgroeien?

“Dat kan niet altijd; sommige groenten schieten door (sla en venkel). Andere gaan bloeien (broccoli). Van de prei en bloemkool pakken we de grootste. Ook laten we niet onnodig restjes op het land staan, zoals restjes postelein, raapstelen, aardbeien, sprouting broccoli. Die proberen we tóch nog te oogsten (of zelfoogst), maar dan is er niet voldoende voor iedereen.”

Willy: Hoe zit het met Stop Armoede 053?

“Stop Armoede 053 is erg blij met de restanten die zij van ons ontvangen. Hoe dat in zijn werk gaat? Wekelijks verdelen wij de oogst onder de leden op basis van het aantal ‘monden’ in de HAPP minus de afmeldingen. Afmelden kan tot donderdagavond, maar er zijn altijd wel leden die dat vergeten. Dat noemen wij de ‘no show ‘. We houden bij de verdeling al rekening met een percentage no show, zodat er zoveel mogelijk groenten naar de leden gaan en we weinig overhouden. Restanten bewaarbare groenten gaan terug in het krat voor de week erna. Restanten niet-bewaarbare groenten gaan naar Stop Armoede 053. Die verdelen zij diezelfde middag nog onder Enschedese gezinnen die het financieel moeilijk hebben.” 

Zijn jullie tevreden zoals jullie het georganiseerd hebben, of gaan er nog zaken veranderen?

Liesbeth: “Ik ben tevreden. Er zijn steeds meer mensen die ook door de week helpen oogsten (courgette en augurk). Misschien dat we volgend jaar meer zelfoogst doen; leden geven aan dat ze dat leuk vinden.”

Willy: “Ik hoop op de komst van een koelinstallatie. Dan kunnen wij groenten langer bewaren en de uitgifte beter spreiden. Ook kleine deeloogsten (peultje, kapucijners) opsparen tot we voldoende hebben voor iedereen.”  

Kunnen jullie nog nieuwe leden gebruiken voor jullie teams en wat is je boodschap aan geinteresseerden?

Willy: “Zeker! We zijn een gezellig team dat nog steeds leden kan gebruiken. Het wekelijkse contact met je mede-boeren en hun kinderen maakt de uitgifte nog eens extra leuk!” 

Liesbeth: “Ook wij kunnen nog altijd extra mensen gebruiken! Het is echt genieten om zo samen op het land bezig te zijn. Nieuwe leden worden door ervaren oogsters wegwijs gemaakt en je wordt deel van een heel gezellig team. Kom het gewoon eens een vrijdag of zaterdag vrijblijvend proberen.”

Willen jullie nog iets meegeven aan de leden?

Willy: “Misschien ‘dat wij geen winkeltje zijn’, maar uitgeven wat het land opbrengt. Soms dus een halve oogst of een mislukte. En laten we niet vergeten dat we nog lerende zijn.”

Liesbeth: “De opbrengst blijft altijd een beetje een verrassing; het weer, de beestjes. Eten met de seizoenen. Ook dat hoort bij het (heren-)boer-zijn.”

Deel dit bericht: