Interview met boer Isabel: dieren op de boerderij
Door Jose Palstra
Bij een Herenboerderij zijn dieren deel van de kringloop. Op nog geen één boerderij is die kringloop compleet gesloten. Welke ideeën zijn er om dat op den duur voor elkaar te krijgen?
“Het streven van Herenboeren Nederland is om in 2030 de kringloop helemaal rond te hebben: input 0. Dat is een grote opgave en elke boerderij onderzoekt hoe dit op eigen locatie mogelijk is. In de opstartfase is dat niet de grootste prioriteit, maar wel zodra de boerderij een beetje draait. We beginnen wel al snel met eigen veevoer telen, eigen stro om de dierenmest op te vangen, bemesting met eigen dierenmest. De uitdaging zit vooral in het gat in de kringloop dat ontstaat doordat leden voedsel meenemen van de boerderij, dit thuis opeten en niet meer inleveren als ‘mest’. Dat los je op door bij de uitgifte je ontlasting van de voorgaande week te retourneren. Afgezien van kleinschalige proeven mag dit in Nederland niet vanwege hygiëne en medicijnresten. Om dit gat in de kringloop te dichten, zaaien wij groenbemesters in. Planten maken namelijk via hun fotosynthese suikers die qua energie en voeding ook veel toe kunnen voegen aan de grond. Hopelijk krijgen we volgend jaar onze eerste dieren, die samen met ons eerste stro van dit jaar, mest produceren voor 2025.”
Kan een biologische boerderij ook circulair zijn zónder dieren? Wat is daarvoor nodig?
“Ik weet van een Deens bedrijf dat veganistisch werkt. Of ze ook circulair zijn, weet ik niet. Mocht de overgrote meerderheid van onze boerderij veganistisch willen worden, dan zou dit uitgezocht moeten worden. Ik merk zelf dat de bodem levendiger wordt van een kleine mestgift zo nu en dan. Zonder dieren op de boerderij kan wel, maar dat is niet wat we in eerste instantie met elkaar hebben afgesproken. Ik denk zelf dat het voor de vleesetende mens goed is om in aanraking te komen met de levende wezens die je uiteindelijk op je bord krijgt. Daarmee ontwikkel je respect. Dat mis ik soms bij vrienden die vlees uit de supermarkt halen waarvan je eigenlijk niet meer ziet dat het een levend dier is geweest. “
Wat voor dieren gaan we aanschaffen, wanneer en hoeveel?
“De meeste Herenboerderijen houden koeien, varkens en legkippen. Wannéér wij die aanschaffen en hoeveel, hangt af van meerdere zaken. Allereerst hebben we vergunningen nodig voor het houden van dieren. Daar wordt door een aantal leden hard aan gewerkt onder leiding van Sharon uit het bestuur.
Voor dieren zorgen, is nog meer verantwoordelijkheid dan voor planten zorgen. Planten kun je later zaaien, eventueel in grond die nog niet helemaal in orde is, of een dagje overslaan met water geven. Alhoewel dat laatste zonder de watergeefploeg niet was gelukt in die droge hete week toen wij met vakantie waren. Dat ligt met dieren ingewikkelder. Daar moet je van begin tot einde, elke dag goed voor zorgen. Het eten moet precies goed zijn, de behuizing in orde en er zijn heel veel regels waar we ons aan moeten houden. Het heeft daarom onze voorkeur om de dieren stap voor stap op de boerderij te introduceren. Per soort een dierverzorgingsploeg goed opleiden en alles in orde te maken. Loopt dat goed, dan de volgende diersoort.
De aanschaf van de dieren hangt natuurlijk ook af van de leden. Wat vinden die ervan? Welke rassen gaan we nemen? Wat past hier op deze boerderij en hoe doen ze het op andere plekken. Ook is het belangrijk dat alles wat we doen in de begroting past. Kortom, veel uitzoekwerk waar we graag leden voor uitnodigen om dit groepsgewijs voor te bereiden.”
Hoe komt de keuze voor rassen tot stand? Welke afwegingen worden gemaakt?
“Het streven is om robuuste rassen uit te zoeken die passen op onze boerderij met hoofdzakelijk buitenleven. De meeste dieren in Nederland worden echter binnengehouden, met weinig ruimte; hier zijn de afgelopen 30 jaar ook de fokprogramma’s op gericht. Het zou mooi zijn om voor rassen te kiezen die niet snel ziek worden, goed groeien op het voer dat we op onze boerderij kunnen verbouwen. De oude Nederlandse koeienrassen zijn geschikt. Voor kippen wordt de laatste jaren een aantal robuuste rassen uitgeprobeerd. Voor varkens is heel veel mogelijk.
De hoeveelheid dieren? Een collega in Loenen heeft dit jaar uitgerekend dat er maar 6 varkens gehouden kunnen worden op het overschot van de boerderij. Dat was ook de taak van varkens op de boerderij.”
De ophokplicht voor kippen is deze zomer weer gestopt. Wat houdt ons tegen om nu al een kippenschuur of een kipcaravan in te richten?
“Allereerst weer de vergunning om kippen te mogen houden en een hok te mogen plaatsen. Het hok dat de meeste boerderijen aanschaffen is een verplaatsbaar nachthok. Kippen kunnen veel schadelijke insecten opeten op de akkers zoals ritnaalden, emelten en rupsen. Ook eten ze de gevallen vruchtjes op in de boomgaard. Zo kan bijvoorbeeld de Zuzuki fruitvlieg minder goed overleven. Echter, als de vogelgriep uitbreidt, en het is niet de vraag of dat gebeurt maar wanneer, dan moeten onze kippen afgeschermd worden. Het kost best veel extra geld om een goede uitloop te maken waar de kippen een goed leven hebben. Het mooiste is om een aantal uitlopen te hebben die verplaatst kunnen worden. Dat kost echter ook veel tijd en daar zijn leden voor nodig om dit regelmatig te doen. Kortom, vergunning, geld, beschikbare tijd. En ook voor de kippen geldt dat we alle stappen zorgvuldig moeten voorbereiden en uitvoeren, anders worden ze ziek of gaan ze elkaar pikken. Daar wordt niemand blij van. Terwijl, als je een gezonde en tevreden toom kippen op je boerderij door de boomgaard ziet scharrelen, je misschien wel de gelukkigste mens op aarde bent.”