Interview met boer Isabel over de bodem en het teeltplan 2024

Door Jose Palstra

Er hangt veel af van de bodem. Wat is jouw lange- termijnplan (5 tot 7 jaar) om de bodem verder te verbeteren? Wat is het toekomstig perspectief? Gaat de opbrengst per ha na 3 tot 6 jaar bijvoorbeeld verdubbelen?


“Om de bodem te verbeteren is het belangrijk er diep wortelende gewassen op te telen, die de hardere onderlaag doorboren. Door de kanaaltjes die de wortels achterlaten kan het water makkelijker weg in een natte periode en kunnen de vervolggewassen makkelijker naar beneden groeien en daar hun water vandaan halen in een droge periode. Ook is het belangrijk om de bodem zoveel mogelijk bedekt te houden met groenbemesters, zowel vóór de teelt als ná de teelt. Daar houdt het bodemleven van en het gaat afbraak van het organisch materiaal in de bodem tegen. Zo kun je 0,1% organisch stof per jaar opbouwen in de bodem. Doel is om boven de 5% te komen. Uit onderzoek op biologische bedrijven blijkt namelijk dat dan het bodemleven optimaal werkt. Bij onze teelt is nu al te merken dat op veel plekken het bodemleven al actiever aan het worden is, waardoor de groenteplanten beter groeien.  

Voor de langere termijn gaan we een vruchtwisselplan maken waarbij het in stand houden en verbeteren wat meer vanzelf gaat. Dit is een plan van opvolging van gewassen waarin de mestbehoefte van de diverse gewassen op elkaar is afgestemd, de ziektedruk laag blijft, het organisch stofgehalte verhoogd wordt en de verdichting in de ondergrond verdwijnt.  

De opbrengst per ha zal niet verdubbelen. Denk eerder in termen van: meer uniform, minder uitval, gezond gewas, betere smaak en innerlijke kwaliteit, meer kringloop. Maar ja, de opbrengst gaat zeker omhoog. Dit komt ook omdat we in de komende jaren meer ruimte voor groenteteelt gaan krijgen.”


Wat gaan wij deze winter oogsten? Zit alles daarvoor al in de grond?


“Voor de winter hebben we een aantal gewassen gezet die we in september en oktober van het land halen. Aardappelen, uien, sjalotten in september. In oktober de bewaarkolen rood en wit, pompoenen, knolselderij en waarschijnlijk ook bieten. Voor het opslaan zullen we nog een plan moeten maken. Dan hebben we nog veel gewassen gezaaid en geplant die we vers van het land kunnen halen zoals boerenkool, palmkool en spruiten. Ook spinazie, veldsla en winterpostelein zijn gewassen die tot laat in de herfst en later in februari te oogsten zijn. Deze worden over een paar weken geplant. Van november tot half februari is de groei eruit, er zal dan echt minder te oogsten zijn. De groenten die je in augustus, september en oktober te veel mee naar huis krijgt, kun je inmaken voor die periode.”


Wanneer komen onze tunnelkassen?

“Voor de kassen zullen we de vergunning van de gemeente moeten afwachten. Achter de schermen wordt hier heel hard aan gewerkt. Zodra de vergunning er is, zal de opbouw ook nog tijd kosten. Ook zal het bouwen van de kassen moeten passen in het totaalplaatje van de opbouw van de boerderij. Alles tegelijk lukt niet, daar zullen we samen keuzes in moeten maken. Het is dus lastig om te zeggen wanneer we er een eerste teelt in kunnen doen. Ook vraagt kasteelt veel inzet van de leden.”


Wanneer kunnen wij het teeltplan voor 2024 verwachten? Hoe komt dat tot stand?


“Het teeltplan maakt de boer met input van de leden. Hiervoor kan een enquête gehouden worden zodat er bekend wordt wat de gemiddelde wensen zijn. Dan gaat er een grote puzzel plaatsvinden om zoveel mogelijk wensen in het teeltplan te krijgen. Bij deze puzzel zijn de volgende ingrediënten belangrijk:

  • Plek in de vruchtwisseling: alleen maar bonen telen lukt niet omdat er 7 jaar tussen de teelten moet zitten op dezelfde plek;
  • Seizoen: zomerpostelein lukt niet in de winter en winterpostelein niet in de zomer;
  • Arbeid: veel worteltjes vraagt heel veel wieden, we moeten het werk wel aan kunnen.

Maar binnen deze puzzel is er nog wel veel variatie mogelijk, eventueel aangevuld met meer mechanisatie. Als voorbeeld: op een andere Herenboerderij bleek na de enquête een extreem grote behoefte aan prei. Tijdens de puzzel voor het teeltplan heb ik de preigatenstekers gevraagd wat ze van zoveel gaatjes steken vonden. Hun conclusie was: niet te doen! In overleg met het bestuur is er toen een bedrag opgenomen in de begroting voor een preiponsmachine. Het jaar erna hoefden er geen gaatjes gestoken te worden en kon deze arbeid op een andere plek ingezet worden.

 

Als we in 2024 opschalen naar méér hectaren tuin- en akkerbouw (meer groenten/planten voor 500 monden): wat betekent dat voor de benodigde inzet van leden in de diverse ploegen?

“Zoals berekend door één van mijn collega-HB-boeren is voor een volledig teeltplan voor 500 monden, en met de gewenste diversiteit aan groenten, ongeveer 8 fte aan inzet van leden nodig. De tunnelkas en de dieren niet meegerekend. Dat halen we nu nog niet. Op dit moment besteedt een relatief kleine groep leden relatief veel tijd. Gelukkig hebben ze er ook veel plezier in. Maar om volgend jaar op te kunnen schalen hopen we eigenlijk op inzet van méér leden. Ook hier geldt: vele handen maken licht werk. Veel leden schreven zich in voor de plant- schoffel- en oogstploegen, maar hebben de praktijk nog niet ervaren. Ik nodig hen van harte uit het eens een paar keer te proberen. We verwelkomen nog steeds nieuwe ploegleden. Het werken op het land is leuk en heel ontspannen. Er ontstaan heel leuke ontmoetingen. Ook kinderen vinden het doorgaans prachtig om te helpen.

Gelukkig worden we met z’n allen ook steeds ervarener en efficiënter, waardoor er meer werk verzet kan worden. Dat is een continu proces en mooi om te zien. Ben je in de eerste weken vooral van de boer aan het leren hoe de werkzaamheden, zo ergonomisch mogelijk, uitgevoerd worden, al gauw ben je zélf in staat om andere leden te laten zien hoe we het doen. Kom gewoon eens langs of spreek mij aan als je vragen hebt.”

Deel dit bericht: