Interview met de klus- en terreinploeg – deel 1

Door José Palstra


Eerder maakten we kennis met de Vonkentrekkers en de Mannen van Staal. Wie zijn jullie?  

“Wij zijn de Dinsdagploeg. We zijn er meestal met een vast clubje van 7 tot 10 man. Leuk om een vaste dag te hebben. Zo leer je elkaar ook beter kennen. Op het bord staan de klussen die gedaan moeten worden. Daar pak je er één van op, of je helpt bij wat er toevallig voorbijkomt. Het is altijd gezellig samen. Een babbeltje en een grapje op zijn tijd. Als de koperen bel boven de schuurdeur gaat, dan weten we dat de koffie klaar staat. Er is overigens ook een Woensdagploeg. En sommigen klussen op andere dagen of in de avonduren. Een beetje wat je past.” 

Er zijn een heleboel ploegen. Waarom de klusploeg? 

Bertus: “Ondanks alle theoretische kennis vind ik werken met mijn handen het leukst. Ik zit trouwens ook in de boomgaardploeg.” Josef: “Ik wilde graag iets bijdragen, gewoon een helpende hand bieden. Het is fijn om van nut te zijn. Dat werd toevallig de klusploeg en dat bevalt goed. Tonnie: ik ben best wel technisch en heb altijd veel geklust. Ik ben geen boer, dus zet mij niet op het land. Klussen vind ik gewoon heel leuk en ik vind het fijn om dienstbaar te kunnen zijn.”

Welke klussen hebben jullie zoal gedaan het afgelopen jaar? 

“Een hele waslijst. De kast op wieltjes voor de uitgifteploeg hebben we net opgeleverd; die is echt mooi geworden. Het dak is in slechte staat; we repareren het zo goed als kan. Ook hebben we nieuwe dakgoten aangebracht, compostbakken gemaakt, iets voor houtopslag in de schuur, de waslijn voor de handschoenen, de bestrating en afwatering van voor- en achtererf, het slopen van de oude schaftkeet. Het materiaal wordt hergebruikt; we gooien niets nodeloos weg. De kantine is heel bruikbaar geworden. De vloer, keuken, spoelbakken en toiletten werden door de klusploeg gedaan. Oh, en niet te vergeten, de bekleding van de houten kratten waar het graan in zit. Ook hielpen we bij de hekken op het land en bij het leggen van de waterleiding naar de bron. Verder doen we heel veel hand- en spandiensten, bijvoorbeeld de doornappels verwijderen, of het graan in-/uitladen om te schonen of te malen. En we zijn heel trots op het planten van de eerste boom bij de opening.”

Als leden zich bij jullie willen aansluiten, moeten zij dan veel ervaring hebben? 

Josef: “Nou, dat had ik ook niet en kijk wat ik allemaal kan. Er is altijd van alles te doen. Er zit altijd wel iets bij dat je leuk vindt en waarmee je uit de voeten kunt. En er zijn altijd leden met genoeg ervaring met wie je het samen kunt doen. Het is bovendien leuk om nieuwe dingen te ontdekken. Verder boffen wij met Idse. Die is echt van alle markten thuis. Hij heeft van een miljoen dingen verstand. Wij zijn super blij met onze opstartboeren!”

Heeft de dinsdagploeg nog wensen? 

“Het loopt eigenlijk gewoon lekker zo. Het is wel jammer dat de boeren in de winter minder aanwezig zijn. Het is nóg gezelliger als zij erbij zijn. En fijn als je Idse snel om advies kan vragen. Wat ook belangrijk is, is goed gereedschap. We lenen best veel van Idse’s persoonlijke uitrusting. Als er straks nieuwe boeren zijn, moet er misschien nog wat aangeschaft. ” 

Welke klussen staan er op het programma voor volgend jaar? 

“Dat overzicht hebben vooral Idse en de ploegtrekkers, Vincent en Eva. Die houden allerlei lijsten bij: de hoog-prioriteiten-lijst, de-actuele-lijst, de-niet-vergeten-lijst, de-lijst-van-alle-lijsten. De Dinsdagploeg werkt vooral vanaf de lijst op het klussenbord in de schuur.” 

Kunnen jullie nog mensen gebruiken en wat zou je hen willen zeggen? 

“Recent zijn er weer nieuwe mensen bijgekomen, maar we kunnen er altijd nóg meer gebruiken. Kom gewoon een ochtendje meedraaien. Er is altijd wel wat te doen. Je kan gewoon binnenvallen, of van tevoren contact zoeken met de ploegtrekkers, Vincent of Eva, maar dat hoeft niet persé. We vergaderen om de 14 dagen. Klussen worden dan besproken en geprioriteerd. Mensen kunnen zich dan eventueel ook opgeven voor bepaalde klussen.”  

Wat vinden jullie het allermooiste? 

“Het is zó gaaf te ervaren dat we in deze onrustige tijden op onze boerderij juist met zoveel respect en vriendelijkheid met elkaar omgaan. En dat terwijl wij elkaar een jaar geleden niet eens kenden. Gedreven door eenzelfde ideaal, samenwerken aan de opbouw van iets moois. Zonder eigenbelang. Gewoon om niet, uit dienstbaarheid, om goed te doen. Dát is het allermooiste. 

Wat ook heel mooi is, is dat er onder onze leden zoveel kennis en kunde aanwezig is. Er is altijd wel iemand met bepaalde vaardigheden, of die je kan helpen via zijn/haar netwerk. Wij gaan na een ochtendje klussen in ieder geval steeds weer heel tevreden naar huis. Trots op wat we samen voor elkaar krijgen.” 

Deel dit bericht: